Vaccinium vitis-idaea L.

Rode bosbes
SL. 1331

Vaccinium vitis-idaea L.
Familie Ericaceae.

Diagnostische kenmerken
Bladen 's winters blijvend, met omgerolde rand, leerachtig, glanzend, van onderen lichtgroen met donkerder klierpuntjes, langwerpig tot omgekeerd eirond, stomp. Bes rood, zelden wit, zuur, eetbaar. Takken rond. Bloemen in eindelingse trossen. Bloemkroon klokvormig, meestal iets roze. Helmknoppen zonder hoorntjes.

Hoogte bloeiende plant
0,10-0,40 m.
Bloeitijd
Mei-juni en augustus-oktober.
Levensvorm
Chamaefyt.

Standplaats
Op natte tot droge, zure grond in bossen, heiden, in hoogveen en veenmosrietland.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij algemeen in het Drents district, het Gelders district en het noorden van het Subcentreuroop district; zeldzaam in het Kempens district, zeer zeldzaam in het Laagveendistrict, Waddendistrict en Zuidlimburgs district.
KFK 777.

Opmerking
De bastaard Vaccinium xintermedium Ruthe (FB. 1602) (= Vaccinium myrtillus x Vaccinium vitis-idaea)) is op verscheidene plaatsen gevonden, meestal met zwartblauwe, soms met rode bessen. Deze bastaard is in de overige kenmerken intermediair tussen beide oudersoorten. Hij is grotendeels onvruchtbaar. (Nederlandse Oecologische Flora 3: 49; Gorteria 13: 27)

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 143

%LABEL% (%SOURCE%)