Trapa natans L.

Waternoot
SL. 1709

Trapa natans L.
Familie Lythraceae.

Diagnostische kenmerken
Ondergedoken bladen tegenoverstaand, lijnvormig, spoedig afvallend, aan de voet met veervormig vertakte wortels, de drijvende rozetten, lang gesteeld, ruitvormig, getand, leerachtig. Bladstelen in het midden vaak buikig opgezwollen. Bloemen alleenstaand in de bladoksels. Kroonbladen wit. Vrucht een noot met 4 doorns.

Hoogte bloeiende plant
0,60-1,20 m.
Bloeitijd
Juli-september.
Levensvorm
Hydrofyt.

Standplaats
In 's zomers sterk opwarmend water.

Zeldzaamheid en verspreiding
Thans verdwenen, laatste vondst uit 1908 in een vijver op Goeree. Ook thans als vijver- en aquariumplant.

Opmerking
Het is onduidelijk wat de oorzaak is van de sterke achteruitgang van deze oorspronkelijk inheemse soort, die in vroeger eeuwen zeker vrij veel voorkwam.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2294

%LABEL% (%SOURCE%)