Sparganium emersum Rehmann

Kleine egelskop
SL. 1231

Sparganium emersum Rehmann
Familie Sparganiaceae.

Diagnostische kenmerken
Stempel ca. 1,5-2,5 mm lang. Mannelijke hoofdjes 3 of meer, meestal vrij ver uiteen. Helmknoppen 1-1,5 mm lang. Onderste schutbladen aan de voet met smalle, vliezige rand, niet geoord. Bladen rechtopstaand of drijvend, 3-12 mm breed, op doorsnede driehoekig, of vlak en gekield.

Hoogte bloeiende plant
0,20-0,60 m.
Bloeitijd
Juni-september.
Levensvorm
Helofyt, Hydrofyt.

Standplaats
In stilstaand en stromend, zoet, meestal voedselrijk water.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Fluviatiel en Laagveendistrict (maar zeer zeldzaam benoorden het Noordzeekanaal); vrij zeldzaam in de Pleistocene districten; elders zeer zeldzaam.
KFK 888.

Opmerkingen
- Vegetatief van Sparganium erectum onderscheidbaar door de donkere nerven welke door eveneens donkere dwarsnerfjes verbonden zijn (bij Sparganium erectum zijn de nerven bij doorvallend licht helder en zijn de dwarsnerfjes onduidelijk).
- Het onderscheid tussen Sparganium emersum en Sparganium angustifolium is niet scherp en er komen planten voor die niet met zekerheid tot een van beide taxa kunnen worden gebracht.
- Van Butomus umbellatus - Zwanenbloem te onderscheiden door de vorm van de bladtop; deze is bij Sparganium erectum en Sparganium emersum vrij plotseling in een korte spitse punt versmald; bij Butomus umbellatus is de bladtop zeer geleidelijk versmald en eindigt stomp of afgerond.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2136

%LABEL% (%SOURCE%)