Grote boterbloem
SL. 1051
Ranunculus lingua L.
Familie Ranunculaceae.
Diagnostische kenmerken
Bloem 2-4(-5) cm in doorsnede, goudgeel. Vruchtjes 2,5-3 mm lang, met een brede snavel. Onderste bladen eirond met hartvormige voet, de hogere (lijn-)lancetvormig. Stengel rechtopstaand. Plant met uitlopers.
Hoogte bloeiende plant
0,60-1,20 m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Helofyt.
Standplaats
Op matig voedselrijke plaatsen in rietlanden en aan waterkanten, vooral op laagveen en rivierklei; zoutmijdend.
Zeldzaamheid en verspreiding
Plaatselijk vrij algemeen in het Laagveendistrict en het Drents district, vrij zeldzaam in het Fluviatiel district en elders in de Pleistocene districten; overigens zeer zeldzaam. Ook aangeplant.
KFK 877.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 620