Impatiens parviflora DC.

Klein springzaad
SL. 0661

Impatiens parviflora DC.
Familie Balsaminaceae.

Diagnostische kenmerken
Bladen dicht gekarteld-gezaagd (de grotere met meer dan 20 tanden aan weerszijden), verspreid. Bloemen (inclusief de vrijwel rechte spoor) minder dan 15 mm lang, lichtgeel, rechtopstaand. Trossen recht, schuin afstaand, 4-10-bloemig.

Hoogte bloeiende plant
0,20-0,60 m.
Bloeitijd
Juni-oktober.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op vochtige, matig voedselrijke grond in loofbossen, ook tussen riet en op omgewerkte grond.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Gelders district, plaatselijk vrij algemeen in het Subcentreuroop district, het Renodunaal district en in Urbane gebieden, elders zeldzaam.
Oorspronkelijk uit zuidelijk Midden-Aziƫ.
KFK 578.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 470

%LABEL% (%SOURCE%)