Grote bremraap
SL. 0905
Rode Lijst: Ernstig bedreigd.
Orobanche rapum-genistae Thuill.
Familie Orobanchaceae.
Diagnostische kenmerken
Helmdraden onderaan kaal, vrijwel aan de voet van de bloemkroonbuis ingeplant. Helmhokjes na de bloei wit. Middenlob van de onderlip dubbel zo lang als de zijlobben. Stempel geel, al of niet met paarse rand. Kelkhelften korter dan de kroonbuis. Bloemkroon 18-25 mm lang, klokvormig, licht roodbruin tot vleeskleurig; bovenlip ongedeeld. Schutblad vaak langer dan de bloemkroon.
Hoogte bloeiende plant
0,20-0,85 m.
Bloeitijd
Mei-juli.
Levensvorm
Geofyt.
Standplaats
Parasiterend op Brem - Cytisus scoparius. Op zandige hellingen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer zeldzaam in het Kempens district (voornamelijk bij Eindhoven) en op de grens van het Fluviatiel district met het Subcentreuroop district in Noord-Limburg en Oost-Gelderland.
KFK 534.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1082