Equisetum hyemale L.

Schaafstro
SL. 2420

Equisetum hyemale L.
Familie Equisetaceae.

Diagnostische kenmerken
Stengel zeer ruw, donker blauw- of olijfgroen, rechtopstaand met overhangende top, soms in bundels maar onvertakt, 3-6 mm dik; centrale holte 2/3 of meer van de stengeldoorsnede innemend. Stengelscheden de stengel zeer stijf omsluitend, tot 9 mm lang, grijsgroen, grijswit verdrogend, met 1 of 2 zwartachtige banden, zelden vrijwel geheel zwartachtig; tanden priemvormig, dunvliezig, gekronkeld, alle vroeg afvallend, de rest van de schede daarna ondiep gekarteld of schijnbaar gaaf.

Hoogte fertiele plant
0,40-0,90(-1,50) m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Chamaefyt-Geofyt.

Standplaats
Op min of meer vochtige, matig voedselarme tot voedselrijke grond in loofbossen, op zandige dijken, langs spoorwegen, in afgravingen en in de duinen; ook als tuinplant in cultuur.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeldzaam maar plaatselijk talrijk.
KFK 665.

Opmerkingen
- De uit Noord-Amerika en Oost-Aziƫ afkomstige Equisetum hyemale var. affine (Engelm.) A.A.Eaton werd bij Schoorl gevonden (Gort. 22: 162); deze kan hoger worden dan Equisetum hyemale var. hyemale: tot 2,5 m.
- Met Equisetum ramosissimum wordt de steriele bastaard Equisetum moorei(x) gevormd.
- Voor de (vermoedelijke) bastaard met Equisetum variegatum zie bastaard Equisetum trachyodon(x).

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2216

%LABEL% (%SOURCE%)