Bosrank
SL. 0339
Clematis vitalba L.
Familie Ranunculaceae.
Diagnostische kenmerken
Bloemdekbladen van binnen witachtig, aan weerszijden viltig., ca. 1 cm lang. Bloemen in eindelingse en okselstandige pluimen. Bladen enkel geveerd. Snavel van de vruchtjes tot 4 cm lang, lang behaard.
Hoogte bloeiende plant
Houtige klimplant, tot 30 m hoog in bomen; ook wel kruipend.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Fanerofyt.
Standplaats
Op vochtige, voedselrijke, kalkhoudende grond aan bosranden, in heggen en in struikgewas; recent in plantsoenen in stedelijke gebieden en op kribben langs de grote rivieren.
Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij algemeen in het Zuidlimburgs district en het oosten van het Fluviatiel district; elders toenemend, vooral in het Renodunaal en Urbane gebieden.
KFK 667.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 632: Clematis - Clematis