Paarse morgenster
SL. 1293
Doelsoort.
Tragopogon porrifolius L.
Familie Asteraceae.
Diagnostische kenmerken
Lintbloemen lila tot diep roodpaars. Omwindselbladen 8(-10). Stelen van de hoofdjes naar boven sterk verbreed. Stijlen paars. Omwindselbladen langer dan de lintbloemen.
Hoogte bloeiende plant
0,60-1,20 m.
Bloeitijd
Juni-juli.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
Op vochtige, voedselrijke kleigrond in bermen en op dijken.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeldzaam in de Hafdistricten, elders zeer zeldzaam. Ook uitgezaaid.
KFK 545.
Opmerking
De bastaard Tragopogon xmirabilis Rouy (FB. 5283) (= Tragopogon porrifolius x Tragopogon pratensis) is min of meer intermediair tussen de ouders en dientengevolge variabel in bloemkleur. (Gorteria 11: 290.)
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1664
Pagina 1677