Aquilegia vulgaris L.

Wilde akelei
SL. 0080

Aquilegia vulgaris L.
Familie Ranunculaceae.

Diagnostische kenmerken
Bloemen in eindelingse, armbloemige trossen, knikkend, diep paarsblauw, roodpaars, roze of wit. Onderste bladen dubbel 3-tallig, de bovenste 3-tallig tot 3-spletig. Bloemdekbladen 1,5-2,5 cm lang, uitstaand, gekleurd. Nectariƫn kroonbladachtig en gelijk van kleur aan de bloemdekbladen, alle aan de voet met een aan het eind naar binnen gekromde spoor, deze ongeveer even lang als het kroonbladachtige deel. Meeldraden talrijk. Kokervruchten 5.

Hoogte bloeiende plant
0,45-0,60 m.
Bloeitijd
Mei-juli.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op vochtige, kalkrijke grond op lichte plekken in loofbossen en beschaduwd grasland, ook in de duinen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam in het Zuidlimburgs district en het Renodunaal district, elders zeldzaam. Ook als tuinplant, en vaak verwilderd.
KFK 556.

Opmerking
Het is niet meer mogelijk om het onderscheid tussen wilde en door verwildering ontstane populaties aan te geven.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 587

%LABEL% (%SOURCE%)