Brassica napus L.

Koolzaad
SL. 1802

Brassica napus L.
Familie Brassicaceae.

Diagnostische kenmerken
Alle bladen blauwgroen, de onderste ten minste op de middennerf aan de onderzijde met borstelharen. Bovenste bladen met ondiep-hartvormige voet stengelomvattend. Open bloemen niet boven de knoppen uitstekend. Kelkbladen tenslotte schuin afstaand. Vrucht 5-10 cm lang, de snavel 8-15 mm lang.

Hoogte bloeiende plant
0,60-1,20 m.
Bloeitijd
April-augustus.
Levensvorm
Hemikryptofyt (tweejarig).

Standplaats
Op open plaatsen op voedselrijke, omgewerkte grond in bermen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen.
Ook gekweekt om de oliehoudende zaden, als groente, of voor veevoer.


Opmerking
Het is onduidelijk of Brassica napus in Nederlands is ingeburgerd, of dat de planten telkens (maar soms jaren achtereen) opslaan uit gemorst zaad.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 212

%LABEL% (%SOURCE%)