Silene latifolia subsp. alba

Avondkoekoeksbloem
SL. 0805

Silene latifolia Poir. subsp. alba (Mill.) Greuter & Burdet
Familie Caryophyllaceae.

Diagnostische kenmerken
Plant tweehuizig, de bloemen mannelijk (vaak met een sterk gereduceerd vruchtbeginsel) óf vrouwelijk. Kroonbladen met schubben op de grens van plaat en nagel, wit, de plaat rond, tweelobbig. Tanden van de doosvrucht schuin afstaand, recht. Bladen in of onder het midden het breedst, geleidelijk in de spitse top versmald. Bloemen in de namiddag en avond geopend, zwak geurend.

Hoogte bloeiende plant
0,45-1,00 m.
Bloeitijd
Mei-herfst.
Levensvorm
(Tweejarig-)hemikryptofyt.

Standplaats
Op open, vochtige tot droge, voedselrijke, omgewerkte grond aan akkerranden, ook onder hakhout.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen; vrij zeldzaam in het Noordelijk kleidistrict.
KFK 888.

Opmerkingen
- De bastaard Silene xhampeana Meusel & K.Werner (FB. 1575) (= Silene dioica x Silene latifolia) is grotendeels vruchtbaar en vormt soms bastaardzwermen met de ouders; kroonbladen meestal roze. Plaatselijk algemeen, vooral op verstoorde plaatsen (bijv. na het rooien van houtwallen).
- Schijnbaar tweeslachtige bloemen zijn aangetast door de schimmel Ustilago violacea (Nederlandse Oecologische Flora 1: 204, 205).

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 88

%LABEL% (%SOURCE%)