Heen
SL. 1156
Bolboschoenus maritimus (L.) Palla
Familie Cyperaceae.
Diagnostische kenmerken
Stengel scherp driekantig. Bloeiwijze korter dan de schutbladen, meestal schermvormig of hoofdjesachtig, of aar alleenstaand. Aren groot, 1-2(-4) cm lang, roestbruin. Kafjes eirond, aan de top ingesneden, in de insnijding met een stekelpunt. Nootje ca. 3 mm lang, glanzend bruin. Wortelstokken plaatselijk knolvormig verdikt.
Hoogte bloeiende plant
0,15-1,50 m.
Bloeitijd
Juni-augustus(-herfst).
Levensvorm
Helofyt, Geofyt.
Standplaats
Op natte, zoete tot enigszins zilte, zeer voedselrijke grond aan waterkanten, in sloten en op schorren en kwelders; soms op akkers.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen in de Hafdistricten, de Duindistricten, het Maritiem districten langs de IJsselmeerkust; vrij algemeen in het Fluviatiel district; elders zeer zeldzaam.
KFK 898.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2054