Dactylorhiza incarnata (L.) Soó

Vleeskleurige orchis
SL. 0884

Rode Lijst: Kwetsbaar. BESCHERMD!

Dactylorhiza incarnata (L.) Soó
Familie Orchidaceae.

Diagnostische kenmerken
Lip (vlak uitgespreid!) ongeveer even lang als breed (gerekend vanaf de spooringang), 5-8 mm lang. Middelste stengelbladen meestal de onderste bloemen bereikend, onder het midden het breedst. Bloemen donkerpaars of roze of zwak geelachtig-roze (vleeskleurig), zelden wit. Honingmerk bestaande uit fijne stipjes en lijntjes, begrensd door een fijne, vaak ononderbroken hartvormige lijn. Bladen zelden gevlekt, vaak in 2 rijen geplaatst.

Hoogte bloeiende plant
0,15-0,60(-1,20) m.
Bloeitijd
Mei-juni(-juli).
Levensvorm
Geofyt.

Standplaats
Op natte, kalkhoudende zandgrond in duinvalleien, op zandplaten en opgespoten terreinen en in kleigroeven; ook in blauwgraslanden en trilvenen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam in de Duindistricten, elders zeldzaam.
KFK 666.

Opmerkingen
- De status van Dactylorhiza incarnata var. lobelii (Verm.) Soó is onduidelijk. Bij zulke gedrongen) planten is het langste blad meer dan (0,4-)0,6 x zo lang als de hoogte van de plant, en de bloeiwijze meer dan (0,2-)0,3 x zo lang als de hoogte van de plant; bij Dactylorhiza incarnata var. incarnata is het langste blad minder dan 0,6(-0,9) x zo lang als de hoogte van de plant, en de bloeiwijze minder dan 0,3(-0,4) x zo lang als de hoogte van de plant.

- Dactylorhiza is een moeilijk geslacht, vooral wat betreft de allopolyploïde taxa die ontstaan zijn uit hybridisatie van Dactylorhiza incarnata en D. maculata subsp. fuchsii. In feite komen er steeds meer aanwijzingen dat deze tetraploïde taxa verscheidene malen op verschillende plaatsen ontstaan zijn. Indien deze alle apart zouden worden onderscheiden, is een juiste determinatie onmogelijk op grond van uiterlijke kenmerken. Andersom lijkt het ook onwenselijk om al deze taxa in 1 soort samen te vatten. De opvatting van Pedersen (J. Eur. Orch.36: 869) om de taxa als ondersoorten van Dactylorhiza majalis te onderscheiden wordt hier gevolgd.

- Ten onrechte is vroeger voor Nederland vermeld Dactylorhiza traunsteineri (Sauter) Soó (Orchis traunsteineri Sauter; Atlas van de Nederlandse Flora 1: 157; C.A.J. Kreutz, De Verspreiding van de Inheemse Orchideeën in Nederland, KNNV Natuurhistorische Bibliotheek nr. 44, 1987.: 131). Deze planten zijn waarschijnlijk te beschouwen als bastaarden van Dactylorhiza maculata met Dactylorhiza majalis s.l. (Zie H. Sundermann, Europäische und mediterrane Orchideen: 171.)

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 882

%LABEL% (%SOURCE%)