Descurainia sophia (L.) Webb. ex Prantl

Sofiekruid
SL. 0400

Descurainia sophia (L.) Webb. ex Prantl
Familie Brassicaceae.

Diagnostische kenmerken
Stengel evenals de bladen met 4-stralige sterharen, zelden min of meer kaal. Bladen 2-3-voudig geveerd of -veerdelig met lijnvormige blaadjes of slippen. Kroonbladen bleekgeel, ca. 2 mm lang, korter dan de kelkbladen. Vruchten smal lijnvormig, 8-45 mm lang, op opstijgende stelen.

Hoogte bloeiende plant
0,30-0,90 m.
Bloeitijd
Mei-herfst.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op open, droge, vaak kalkrijke zandgrond, in omgewerkte bermen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Plaatselijk vrij algemeen in het Renodunaal district, elders zeldzaam; wordt o.a. met vogelvoer verspreid.
KFK 767.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 186

%LABEL% (%SOURCE%)