Ballota nigra subsp. meridionalis

Stinkende ballote
SL. 0129

Ballota nigra L. subsp. meridionalis (Bég.) Bég.
Familie Lamiaceae.

Diagnostische kenmerken
Kelk trechtervormig, met eironde tot bijna halfcirkelvormige, plotseling in de 0,5-1 mm lange naald versmalde tanden. Stengel rechtopstaand. Bladen kort gesteeld, eirond, spits of de onderste stomp, grof gekarteld-gezaagd, met afgeronde of afgeknotte voet. Bloemkroon lichtpaars, zelden wit. Plant met sterke geur.

Hoogte bloeiende plant
0,60-0,90 m.
Bloeitijd
Juni-herfst.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op vrij droge, voedselrijke, kalkrijke, omgewerkte grond in bermen, aan dijken, op stadswallen, aan heggen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam in het Zuidlimburgs district, het Fluviatiel en de aangrenzende Hafdistricten; elders zeer zeldzaam.
KFK 766.

Opmerking
Ballota nigra subsp. nigra (FB. 5162) onderscheidt zich door de 1,5-3 mm lange kelktand-naalden, soms als adventief.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1153

%LABEL% (%SOURCE%)