Knautia arvensis (L.) Coult.

Beemdkroon
SL. 0692

Rode Lijst: Gevoelig.

Knautia arvensis (L.) Coult.
Familie Caprifoliaceae.

Diagnostische kenmerken
Stengel door zeer korte haren grijsgroen, door langere haren stijf behaard. Bladen grijsgroen, de bovenste meestal veerspletig of -delig, de onderste meestal ongedeeld, zelden alle veerspletig. Bijzonder omwindsel ruw behaard, afgeplat vierkantig, kort getand. Randbloemen meestal stralend. Bloemkroon 4-spletig, lila, zelden wit, zeer zelden geel.

Hoogte bloeiende plant
0,15-0,60 m.
Bloeitijd
Juni-herfst.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op vochtige, kalkhoudende grond in grazige, vaak zandige bermen en dijken, ook aan struikgewasranden en in de binnenduinen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij algemeen in het Zuidlimburgs district; vrij zeldzaam in het Renodunaal district, het Vlaams district, het Fluviatiel district en de aangrenzende Pleistocene districten, elders zeer zeldzaam.
KFK 776.

Opmerking
Op 1 plaats in de IJsselmeerpolders (Noordoostpolder) is ingeburgerd: Knautia dipsacifolia Kreutzer - Bergknautia (FB. 2450) (Gorteria 13: 74); deze onderscheidt zich door de ongedeelde bladen.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 920

%LABEL% (%SOURCE%)