Witte snavelbies
SL. 1068
Rhynchospora alba (L.) Vahl
Familie Cyperaceae.
Diagnostische kenmerken
Plant zodevormend, met korte wortelstokken. Schutbladen ongeveer even lang als het hoofdje. Aren in hoofdjesachtige bloeiwijzen, witachtig, later vaak roodachtig. Borstels aan de voet met naar boven gerichte wimpers, hogerop glad of ruw door naar beneden gerichte tandjes (loep!). Stijl na de bloei met de vrucht verbonden blijvend maar door een insnoering daarvan scherp gescheiden, afgeplat. Stempels 2. Nootje lensvormig, 1-2 mm lang.
Hoogte bloeiende plant
0,15-0,50 m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Helofyt.
Standplaats
In levend hoogveen en op open, natte heidegrond.
Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam in de Pleistocene districten.
KFK 766.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2053: Rhynchospora - Snavelbies