Cynodon dactylon (L.) Pers.

Handjesgras
SL. 0384

Cynodon dactylon (L.) Pers.
Familie Poaceae.

Diagnostische kenmerken
Plant met lange stevige kruipende wortelstokken en kruipende uitlopers, vaak stevige zoden vormend. Stengels rechtopstaand of aan de voet geknikt. Deelbloeiwijzen aarachtig, met 3-6 bijeen aan de top van de stengels, elk 2-5 cm lang, de aartjes in 2 rijen geplaatst, 2-3 mm lang. Kelkkafjes eirond-lancetvormig of smaller. Aartjesspil verlengd en meestal met een knotsvormige top, zeer zelden een 2e aartje dragend.

Hoogte bloeiende plant
0,10-0,40 m.
Bloeitijd
Juli-september.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op open, vochtige tot droge, kalkhoudende, omgewerkte zandgrond op rivierduinen, zandige dijkhellingen, aan wegranden.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij algemeen in het Fluviatiel district, zeldzaam in het Estuariƫndistrict, het Renodunaal district, Urbane gebieden en langs het IJsselmeer; elders zeer zeldzaam.
KFK 566.

Opmerking
In de vorm van de bloeiwijze op Digitaria gelijkend; van deze gemakkelijk onderscheidbaar door de zodevormende groeiwijze, de uit haren bestaande tongetjes en de onderling ongeveer gelijke, zeer smalle kelkkafjes.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1919
Pagina 2038

%LABEL% (%SOURCE%)