Ajuga reptans L.

Kruipend zenegroen
SL. 0024

Ajuga reptans L.
Familie Lamiaceae.

Diagnostische kenmerken
Plant met lange bebladerde uitlopers. Stengel aan de voet kaal of weinig behaard, naar boven 2-rijig of rondom zachtharig. Bloeiwijze tamelijk los, ook aanvankelijk niet dicht piramidevormig. Bovenste schutbladen korter dan de bloemen. Bloemkroon blauwpaars, zelden roze of wit.

Hoogte bloeiende plant
0,05-0,40 m.
Bloeitijd
Eind april-juni.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op natte tot matig vochtige, matig voedselrijke grond in loofbossen, beekdalgraslanden, op lemige heide en in laag duingrasland.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Zuidlimburgs district, de Pleistocene districten en het Renodunaal district, zeldzaam in het Laagveendistrict, elders zeer zeldzaam.
Ook als tuinplant.
KFK 888.

Opmerking
Ajuga genevensis L. (FB. 0023) is in Nederland enkele malen adventief gevonden. Deze lijkt het meest op Ajuga reptans, maar verschilt door de aanwezigheid van dunne ondergrondse wortelstokken (i.p.v. bovengrondse uitlopers), en door de zwak 3-lobbige onderste schutbladen.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1202

%LABEL% (%SOURCE%)