Poa angustifolia L.

Smal beemdgras
SL. 1500

Poa angustifolia L.
Familie Poaceae.

Diagnostische kenmerken
Stengel bovenaan rond of weinig afgeplat, met 2-4 knopen. Onderste bladen stijf samengevouwen, vaak stijf rechtopstaand, zelden breder dan 1,5 mm. Bovenste stengelblad hoogstens 2 mm breed, meestal geelachtig groen. Tongetje zeer smal langs de randen van de bladscheden aflopend. Bloeiwijze wijd uitstaand en in bovenaanzicht vierkantig tot iets samengetrokken, de onderste takken meestal 3-5 bijeen. Aartjes 2-5-bloemig. Lemma's na het drogen met min of meer duidelijk uitspringende nerven. Plant met stevige, witte wortelstokken.

Hoogte bloeiende plant
0,20-0,60 m.
Bloeitijd
Mei-juli.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op droge, vaak kalkhoudende, zandige of stenige grond, ook in lichte loofbossen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Verspreiding nog niet nauwkeurig bekend, waarschijnlijk vrij zeldzaam.

Opmerking
Deze, nog onvoldoende bekende soort kan vooral in niet-bloeiende toestand gemakkelijk worden verward met Festuca rubra; de bladen zijn bij Festuca rubra van boven duidelijk geribd, bij Poa angustifolia ongeribd en met 2 groeven naast de middennerf. In bloei onderscheidt Festuca rubra zich o.a. door de genaalde lemma's.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1845

%LABEL% (%SOURCE%)