Utricularia vulgaris L.

Groot blaasjeskruid
SL. 1327

Utricularia vulgaris L.
Familie Lentibulariaceae.

Diagnostische kenmerken
Onderlip van de bloemkroon met teruggeslagen randen. Bovenlip hoogstens even lang als het gehemelte (Utricularia vulg & aust.tif). Vruchtstelen meestal naar beneden gebogen, hoogstens 3 maal zo lang als de schutbladen. Bloemkroon dooiergeel met oranje gestreept gehemelte.

Hoogte bloeiende plant
0,30-2,00 m.
Bloeitijd
Juni-september.
Levensvorm
Hydrofyt.

Standplaats
In sloten en plassen met tamelijk voedselrijk water, vooral in laagveen- en rivierkleigebieden.

Zeldzaamheid en verspreiding
Plaatselijk vrij algemeen in het Laagveendistrict, het Fluviatiel district, het Drents district en het Kempens district; zeer zeldzaam in het Noordelijk kleidistrict, het Estuariƫndistrict, het Gelders district, het Waddendistrict en in de IJsselmeerpolders.

Opmerking
Zowel Utricularia vulgaris als Utricularia australis komt in minder voedselrijk water vaak niet tot bloei. Ze zijn dan meestal niet met zekerheid te onderscheiden. Hierdoor is de verspreiding van beide, met name in de Pleistocene districten, nog onvoldoende bekend.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2286

%LABEL% (%SOURCE%)