Ranunculus baudotii Godr.

Zilte waterranonkel
SL. 1044

Ranunculus baudotii Godr.
Familie Ranunculaceae.

Diagnostische kenmerken
Ondergedoken bladen geelgroen, stijf uitstaand. 'Overgangsbladen', indien aanwezig, zonder draadvormige slippen, handvormig samengesteld, de uiterste slippen meestal lijnlancetvormig en boven het midden het breedst. Vruchtjes 40-100, zelden minder (zie opm.), aan de binnenzijde en soms ook aan de top smal gevleugeld. Bloembodem na de bloei iets hoger dan breed. Kelkbladen geelachtig groen, al of niet blauwpaars aangelopen. Vruchtstelen lang en dik, meest al over hun gehele lengte gebogen of soms S-vormig.

Hoogte bloeiende plant
0,15-0,80 m.
Bloeitijd
Mei-augustus.
Levensvorm
Hydrofyt.

Standplaats
In zeer voedselrijk, brak of zoet, stilstaand, meestal ondiep water.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam in het Estuariëndistrict en het aangrenzende Renodunaal district, in het Waddendistrict en in het noorden van het Laagveendistrict en het Noordelijk kleidistrict.
KFK 666.

Opmerkingen
- Wordt wel verward met Ranunculus circinatus; vooral door de geelgroene, naar alle zijden uitstaande slippen van deze onderscheidbaar.
- Ten onrechte geeft C.D.K. Cook (Mitt. Bot. Staatssamml München 6: 107) een veel lager aantal vruchtjes op. Evenmin is het juist dat de soort vooral herkenbaar zou zijn door de blauwpaars aangelopen kelkbladen; deze toestand komt bij diverse waterranonkelsoorten voor.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 605

%LABEL% (%SOURCE%)