Agrostis gigantea Roth

Hoog struisgras
SL. 0017

Agrostis gigantea Roth
Familie Poaceae.

Diagnostische kenmerken
Tongetje 3-6 mm lang. Lemma ongenaald of met een korte naald nabij de top. Wortelstok met meestal niet tot vezels verwerende, lichtbruine, 5-7 mm brede schubben. Bloeiwijze breed driehoekig tot driehoekig, 8-25 cm lang. Bladen tot 8 mm breed.

Hoogte bloeiende plant
0,40-1,20 m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op open tot grazige, vochtige plaatsen op voedselrijke grond.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen.

Opmerkingen
- Een van de moeilijkste geslachten van de familie, mede omdat de planten alleen door een combinatie van bloem- en vegetatieve kenmerken gekarakteriseerd worden. Voor het onderzoek van de bloemen is een 20 maal vergrotend stereomicroscoop eigenlijk onontbeerlijk. Voor een juiste determinatie is het noodzakelijk om tevens de ondergrondse delen te onderzoeken (aan- of afwezigheid van wortelstokken; aantal schubben van de wortelstokken en de consistentie ervan). De indruk bestaat dat tussenvormen tussen de hier als soorten opgevoerde taxa niet zelden voorkomen; mogelijk zijn niet alle tussenvormen als bastaarden te beschouwen.

- Van Agrostis stolonifera verschillend in de veel kortere bovengrondse uitlopers en de wijdere en langere bloeiwijze. Tussenvormen tussen beide taxa komen waarschijnlijk echter nogal eens voor.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):

Pagina 1891
Pagina 1939

%LABEL% (%SOURCE%)