Glad walstro
SL. 0550
Galium mollugo L.
Familie Rubiaceae.
Diagnostische kenmerken
Kroonslippen spits èn met een 0,2-0,3 mm lang topspitsje. Bloemkroon (2-)3,5-5 mm breed. Vrucht glad of fijn-korrelig. Stengel aan de voet zonder of zelden met niet-bloeiende takken, kaal tot behaard.
Hoogte bloeiende plant
0,30-1,20 m.
Bloeitijd
Mei-september.
Levensvorm
Hemikryptofyt (Chamaefyt).
Standplaats
Op vrij droge tot vrij natte, meer of minder voedselrijke grond in graslanden, in bermen en op dijken, in struikgewas, aan bosranden en in de zeeduinen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Zuidlimburgs district, het Renodunaal district en het Fluviatiel district; vrij algemeen in de Hafdistricten; elders vrij zeldzaam.
KFK 988.
Opmerking
Onduidelijk is de taxonomische positie van planten met bleekgele bloemen. Deze werden beschouwd als behorend tot de bastaard Galium xpomeranicum Retz. (FB. 0551) (Galium mollugo x Galium verum); wij vermoeden echter, dat in elk geval het merendeel van de in Nederland gevonden planten tot een bleekbloemige vorm van Galium verum behoort. Nader onderzoek lijkt gewenst.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1447