Fijn schapengras
SL. 1474
Festuca filiformis Pourr.
Familie Poaceae.
Diagnostische kenmerken
Aartjes (3,3-)4,4-5,2(-5,8) mm lang. Lemma kaal, 2,5-3,4(-4,3) mm lang, het naaldje hoogstens 0,4 mm lang, meestal korter. Blad van niet-bloeiende spruiten 0,3-0,4 mm breed, van boven met 1 rib, met 5 vaatbundels.
Hoogte bloeiende plant
0,10-0,40 m.
Bloeitijd
Mei-augustus.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
Op droge, voedselarme grond in lage graslanden, op heidevelden en in lichte, zure bossen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Pleistocene en Duindistrict, elders vrij zeldzaam.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1806
Pagina 1825