Spergularia rubra (L.) J.Presl & C.Presl

Rode schijnspurrie
SL. 1237

Spergularia rubra (L.) J.Presl & C.Presl
Familie Caryophyllaceae.

Diagnostische kenmerken
Steunblaadjes aanvankelijk aan de voet kort vergroeid, spoedig los van elkaar. Kelkbladen alleen aan de rand droogvliezig. Kroonbladen geheel paars-roze, naar de voet echter wel lichter van kleur. Meeldraden 10 of minder. Zaden alle ongevleugeld, 0,4-0,6 mm lang, donkerbruin. Bladen stomp en stekelpuntig, niet vlezig.

Hoogte bloeiende plant
0,05-0,20 m.
Bloeitijd
Mei-herfst.
Levensvorm
Therofyt, Chamaefyt.

Standplaats
Op open, droge, voedselarme tot matig voedselrijke grond aan zandige wegranden, op zandige plekken in gazons, ook op stenige plaatsen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij algemeen in de Pleistocene districten en Texel, elders zeldzaam.
KFK 888.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 102

%LABEL% (%SOURCE%)