Glyceria maxima (Hartm.) Holmb.

Liesgras
SL. 0585

Glyceria maxima (Hartm.) Holmb.
Familie Poaceae.

Diagnostische kenmerken
Bladscheden rolrond of naar boven zwak afgeplat, zwak gekield. Tongetje breed afgerond en meestal in een lange punt toegespitst ('accoladevormig'). Aartjes vaak ten dele met goudachtige en paarse kleuren, 5-12 mm lang. Lemma's 2,5-3,5 mm lang. Palea ongevleugeld. Bladen glanzend heldergroen, 25-60 cm lang, (4-)7-20 mm breed.

Hoogte bloeiende plant
0,90-2,00 m.
Bloeitijd
Juli-augustus.
Levensvorm
Helofyt.

Standplaats
Aan waterkanten en in ondiep water, vooral in zeer voedselrijk milieu, ook in drassige beekdalgraslanden.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen; vrij algemeen in het Zuidlimburgs district en het Estuariƫndistrict.
KFK 999.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1813: Glyceria - Vlotgras
Pagina 1999

%LABEL% (%SOURCE%)