Galigaan
SL. 0337
Rode Lijst: Kwetsbaar.
Cladium mariscus (L.) Pohl
Familie Cyperaceae.
Diagnostische kenmerken
Plant grijsgroen, met kruipende wortelstok. Stengel rolrond of stomp driekantig, bebladerd, hol. Bladen tamelijk breed, lijnvormig, naar boven scherp gekield, aan de versmalde top driekantig, aan de randen en aan de kiel snijdend ruw door naar voren gerichte stekeltjes. Bloeiwijzesterk vertakt, de aren vele in hoofdjes verenigd. Nootje in doorsnede rond, op een witte discus zittend, in een lange stekelpunt versmald, 3-3,5 mm lang, broos. Stempels 3(2-4).
Hoogte bloeiende plant
0,90-1,80 m.
Bloeitijd
Juni-juli.
Levensvorm
Hemikryptofyt, Helofyt.
Standplaats
Aan oevers van plassen en vennen, in veenmoerassen, ook in moerasbos en duinvalleien; in verdrogend terrein lang (in kwijnende, niet-bloeiende toestand) standhoudend.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeldzaam in het Waddendistrict, het Laagveendistrict en Kempens district; zeer zeldzaam in het Subcentreuroop district, het Renodunaal district, het Estuariƫndistrict en de IJsselmeerpolders.
KFK 665.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2039: Cyperaceae - Cypergrassenfamilie