Myosurus minimus L.

Muizenstaart
SL. 0848

Myosurus minimus L.
Familie Ranunculaceae.

Diagnostische kenmerken
Bloemen alleenstaand aan lange stelen. Bladen lijnvormig, gaafrandig, alle in een wortelrozet. Bloemdekbladen 5(-7), 3-4 mm lang, bleek groenachtig geel, alle aan de voet met een tot 2 mm lange, tegen de bloemsteel aangedrukte spoor. Nectariƫn witachtig, buisvormig. Meeldraden 5-10. Bloembodem reeds tijdens de bloei verlengd, tenslotte lijnvormig en tot ca. 7 cm lang, dicht bezet met talrijke vruchtjes.

Hoogte bloeiende plant
0,02-0,20 m.
Bloeitijd
(April-)mei-juni.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op open, vochtige tot natte grond, vooral bij de ingang van weilanden, soms langs de kust op aanspoelsel.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam in Friesland, Groningen en aangrenzend Drenthe, en langs het IJsselmeer; zeldzaam in het Fluviatiel district en het Estuariƫndistrict; elders zeer zeldzaam.
KFK 666.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 627
Pagina 1357

%LABEL% (%SOURCE%)