Grote tijm
SL. 1283
Rode lijst: Kwetsbaar.
Thymus pulegioides L.
Familie Lamiaceae.
Diagnostische kenmerken
Bloeistengels vierkantig, alleen op de ribben behaard. Planten meestal min of meer opgericht. Bladen tamelijk dun en slap, eirond tot elliptisch, zelden smaller, van onderen met niet of nauwelijks verdikte nerven.
Hoogte bloeiende plant
0,02-0,30 m.
Bloeitijd
Juni-herfst.
Levensvorm
Chamaefyt.
Standplaats
Op open, matig voedselarme grond in lage graslanden.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Renodunaal district en plaatselijk in het Zuidlimburgs district en het Fluviatiel district, zeldzaam in de Pleistocene districten en het Estuariëndistrict.
Ook adventief met zand.
Ook als tuinplant.
Opmerking
De beharing van de stengel is in Thymus een belangrijk kenmerk. Dit moet worden onderzocht aan het 2e stengellid onder de bloeiwijze.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1198