Liggende ganzerik
SL. 1012
Potentilla supina L.
Familie Rosaceae.
Diagnostische kenmerken
Alle wortel- en stengelbladen en soms ook de schutbladen veervormig samengesteld: ten minste de onderste 2 blaadjes niet op dezelfde hoogte aangehecht als de bovenste. Blaadjes van onderen groen, diep gekarteld. Kroonbladen veel korter dan de kelkbladen, lichtgeel. Bloemstelen na de bloei naar beneden gebogen. Stengel liggend of opstijgend, niet op de knopen wortelend.
Hoogte bloeiende plant
0,05-0,45 m.
Bloeitijd
Juni-september.
Levensvorm
Therofyt.
Standplaats
Op open, natte, 's zomers droogvallende, voedselrijke grond aan rivieroevers, ook op omgewerkte grond.
Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam in het Fluviatiel district; elders zeer zeldzaam en onbestendig.
KFK 456.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 511