Salix pentandra L.

Laurierwilg
SL. 1122

Salix pentandra L.
Familie Salicaceae.

Diagnostische kenmerken (zie opmerkingen in Salix.tif)
Bladen 2-4 maal zo lang als breed, 5-12 cm lang, van boven sterk glanzend. Twijgen en knoppen bij wrijven naar balsem geurend. Meeldraden (4 of) 5-10. Top van de bladsteel en bladvoet met klieren.

Hoogte bloeiende plant
Tot 12,00 m.
Bloeitijd
Mei-juni.
Levensvorm
Fanerofyt.

Standplaats
In moerasbossen, in dichtgroeiende trilvenen en blauwgraslanden, aan waterkanten en in duinvalleien; vaak in slechts enkele exemplaren

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam in het Drentsditrict en het aangrenzend Laagveendistrict, het Noordelijk kleidistrict en de Pleistocene districten, zeldzaam in het Waddendistrict; daarbuiten vrijwel steeds aangeplant.
KFK 566.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2341

%LABEL% (%SOURCE%)