Lathraea clandestina L.

Prachtschubwortel
FB. 2448

Lathraea clandestina L.
Familie Orobanchaceae.

Diagnostische kenmerken
Plant zonder bovengrondse stengel. Bloemen lang gesteeld, rechtstreeks op de wortelstok ingeplant ter hoogte van het grondoppervlak. Kelk kaal. Bloemkroon helder paars, 4-5 cm lang, minstens 2 maal zo lang als de kelk. Doosvrucht met 4 of 5 grote zaden.

Hoogte bloeiende plant
0,04-0,08 m.
Bloeitijd
Maart-mei.
Levensvorm
Geofyt.

Standplaats
Parasiteert op loofbomen en struiken, vooral op Populier (Populus) en Wilg (Salix).

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer zeldzaam.
Tuinplant in (heem-)tuinen; verspreid met pootgoed.
Oorspronkelijk uit Zuidwest-Europa.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1084: Lathraea - Schubwortel

%LABEL% (%SOURCE%)