Roomse kervel
SL. 0853
Myrrhis odorata (L.) Scop.
Familie Apiaceae.
Diagnostische kenmerken
Bladen 3-voudig geveerd, zacht behaard, meestal plaatselijk met een witachtige tekening. Blaadjes van de laatste orde langwerpig-eirond tot lancetvormig, onderaan veerdelig met gezaagde slipjes, bovenaan gezaagd. Schermen met 4-10(-20) stralen; omwindselbladen meestal 0; omwindselblaadjes meestal 5, lang gewimperd. Kroonbladen wit. Vruchten lancetvormig, met een kort steriel deel, 1,5-2,5 cm lang, op doorsnede rond, met iets uitstekende ribben, kort stekelharig, bij rijpheid glanzend zwartbruin. Plant sterk geurend.
Hoogte bloeiende plant
0,60-1,20 m.
Bloeitijd
Mei-juni.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
Op vochtige, voedselrijke grond in grazige, vaak beschaduwde bermen, meestal nabij bebouwing.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeldzaam in het Gelders district, het Subcentreuroop district en oostelijk Kempens district, elders zeer zeldzaam.
Ook als keukenkruid.
Oorspronkelijk uit Zuid-Europa.
KFK 355.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 710
Pagina 794