Kleinbloemige amsinckia
SL. 1658
Amsinckia micrantha Sudsd.
Familie Boraginaceae.
Diagnostische kenmerken
Meeldraden boven het midden van de kroonbuis ingeplant. Kelk tijdens de bloei 4-5 mm lang, na de bloei 5-7 mm lang. Bloemkroon ca. 5 mm lang, geel. Bloeiwijze onderaan meestal met schutbladen. Nootjes 2-2,5 mm lang.
Hoogte bloeiende plant
0,20-0,50 m.
Bloeitijd
Mei-juli.
Levensvorm
Therofyt.
Standplaats
Op droge, voedselrijke zandgrond in akkers, bermen en op omgewerkte grond.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen op Texel, elders zeldzaam, voornamelijk in het Gelders district, het Kempens district en de Duindistricten.
Oorspronkelijk uit Noord-Amerika.
KFK 266.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1029