Koninginnekruid
SL. 0490
Eupatorium cannabinum L.
Familie Asteraceae.
Diagnostische kenmerken
Bladen tegenoverstaand, meestal 3-delig, de middelste met lancetvormige, 5-15 cm lange grof gezaagde slippen. Hoofdjes met vele in schermvormige pluimen bijeen, 3-5 mm breed, meestal 5-bloemig. Bloemhoofdjesbodem vlak, zonder stroschubben. Bloemen buisvormig, tweeslachtig, ca. 5 mm lang, roze, zelden wit. Pappus uit haren bestaand. Nootje 3 mm lang, 5-kantig.
Hoogte bloeiende plant
0,50-1,00(-1,50) m.
Bloeitijd
Juli-september.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
Op natte tot vochtige, humeuze grond aan waterkanten, in rietlanden, duinvalleien, moerasbossen en op kapvlakten.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen; vrij zeldzaam in het Noordelijk kleidistrict en het Waddendistrict.
KFK 899.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1624