Nymphaea alba L.

Witte waterlelie
SL. 0866

Nymphaea alba L.
Familie Nymphaeaceae.

Diagnostische kenmerken
Drijvende bladen min of meer cirkelrond, met hartvormige voet, meestal ongeveer gaafrandig. Zijnerven van de bladen naar de rand boogvormig verbonden. Bladstelen naar boven rolrond, evenals de bloemsteel met 4 grote luchtkanalen. Bloemen variabel van grootte, 5,5-18 cm in doorsnede, wit of zelden rood. Kelkbladen 4(3-6), van buiten groen, van binnen rozeachtig. Kroonbladen zonder honinggroefje, de buitenste (iets) langer dan de kelkbladen. Stempelstralen 5-25, geel.

Hoogte bloeiende plant
Tot ca. 1,00 m.
Bloeitijd
Mei-augustus.
Levensvorm
Hydrofyt.

Standplaats
In vrij diep, stilstaand tot zwak stromend, voedselrijk tot voedselarm water.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen in de het Hafdistricten; elders vrij zeldzaam. Ook aangeplant.
KFK 888.

Opmerkingen
- Variabel. Nymphaea alba subsp. candida (C.Presl & J.Presl) Korsh. - Noordelijke waterlelie (FB. 1615) kan alleen met enige zekerheid worden onderscheiden door stuifmeelkenmerken.

- Tuinwaterlelies worden veel aangeplant (o.a. in singels en vijvers). Deze onderscheiden zich o.a. door de aanwezigheid van breed trechtervormig boven water uitstekende bladen (naast de drijvende bladen) en vaak gelige of roze bloemen. Zulke planten behoren meestal tot Nymphaea marliacea Lat.-Marl. (FB. 2499).

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2299: Nymphaeaceae - Waterleliefamilie

%LABEL% (%SOURCE%)