Papaver somniferum L.

Slaapbol
FB. 1819

Papaver somniferum L.
Familie Papaveraceae.

Diagnostische kenmerken
Stengelbladen stengelomvattend, kaal, dubbel-gekarteld tot veerlobbig, blauwgroen. Kroonbladen hetzij wit tot bleek lila, aan de voet lila en dan de zaden wit, of blauwachtig-rood tot paars, aan de voet zwart en dan de zaden blauw; bij sommige cultivars zijn de bloemen gevuld en helderrood. Doosvrucht bol- tot eivormig, de stempelschijf met opstaande, geplooide randen. Wortelrozet tijdens de bloei verschrompeld, planten eenjarig.

Hoogte bloeiende plant
0,30-1,20 m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op omgewerkte grond, in steden en op vloedmerken.

Zeldzaamheid en verspreiding
Reeds eeuwen gekweekt om de medicinale eigenschappen, om de eetbare zaden, of als tuinplant. Vaak verwilderd, vooral in het kustgebied en in Urbane gebieden.
Uit Zuid-Europa en Klein-Aziƫ.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 339

%LABEL% (%SOURCE%)