Gewone duivenkervel
SL. 0533
Fumaria officinalis L.
Familie Papaveraceae.
Diagnostische kenmerken
Bladslippen (lijn-)lancetvormig. Bloemen 7-8(-9) mm lang, roze, aan de top bijna zwart. Vrucht na het drogen rimpelig, ca. 2 mm lang en 2,5-3 mm breed; schutbladen korter dan de vruchtstelen.
Hoogte bloeiende plant
0,10-0,50 m.
Bloeitijd
Mei-herfst.
Levensvorm
Therofyt.
Standplaats
Op omgewerkte, vochtige tot droge, voedselrijke grond, vooral op akkers en in moestuinen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij algemeen; zeldzaam in het Drents district, de IJsselmeerpolders, het Gelders district en het Estuariëndistrict.
KFK 887c.
Opmerking
Planten met een slankere habitus en iets kleinere bloemen en vruchten worden wel onderscheiden als Fumaria officinalis subsp. wirtgenii (Koch) Arcang. - FB. 1475. Zeldzaam.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 331: Fumaria - Duivenkervel