Rumex acetosella L.

Schapenzuring
SL. 1094

Rumex acetosella L.
Familie Polygonaceae.

Diagnostische kenmerken
Vruchtkleppen niet of nauwelijks langer dan de rijpe vrucht, 1-1,5 mm lang, ongetand en geheel zonder knobbels. Overblijvende plant met veel uitlopers. Bladen omgekeerd-eirond tot lijnvormig, met aan weerszijden meestal één voetslip, soms met verscheidene of zonder voetslippen. Vruchtpluim meestal groen of licht rood aangelopen, soms donkerrood. Tweehuizig.

Hoogte bloeiende plant
0,10-0,60 m.
Bloeitijd
Mei-herfst.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op droge, zure, maar stikstofhoudende zand-, heide- en veengrond; veel op kapvlakten en brandplekken; ook in roggeakkers.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen; vrij algemeen in het Noordelijk kleidistrict en de IJsselmeerpolders.
KFK 999.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1334

%LABEL% (%SOURCE%)