Rubus fruticosus L.

Gewone braam
SL. 1634

Rubus fruticosus L.
Familie Rosaceae.

Diagnostische kenmerken
Blaadjes elkaar aan de randen niet overlappend. Steeltjes van de basale blaadjes van een 5-tallig blad (0-)1-8 mm lang. Bladsteel aan de bovenzijde alleen aan de voet gegroefd. Steunblaadjes meestal 0,2-1(-2) mm breed, draadvormig of smal lijnvormig. Kroonbladen meestal elliptisch, niet kreukelig. Deelvruchtjes meestal alle goed ontwikkeld.

Hoogte bloeiende plant
0,50-3,00 m.
Bloeitijd
Mei-augustus.
Levensvorm
Fanerofyt.

Standplaats
Op droge tot natte, al of niet voedselrijke grond in bossen, heggen en ruigten; ook langs spoorwegen en op omgewerkte grond.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen.
Ook gekweekt om de eetbare vruchten.
KFK 999.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 568

%LABEL% (%SOURCE%)