Californische cipres (Dutch)
Canadapopulier (Dutch)
Canadees hertshooi (Dutch)
Canadese fijnstraal (Dutch)
Canadese guldenroede (Dutch)
Canadese kornoelje (Dutch)
Canadese rus (Dutch)
Capucijner (Dutch)
Caucalis (Dutch)
centaurie, Berg- (Dutch)
centaurie, Grote (Dutch)
centaurie, Rijn- (Dutch)
centaurie, Zomer- (Dutch)
Centauriebremraap (Dutch)
Chevaliergerst (Dutch)
Chinese bruidssluier (Dutch)
Chinese naaldaar (Dutch)
Christoffelkruid (Dutch)
cichorei, Wilde (Dutch)
cipres, Californische (Dutch)
Cipresfamilie (Dutch)
Cipreswolfsmelk (Dutch)
Citroengele honingklaver (Dutch)
Citroenmelisse (Dutch)
clematis, Italiaanse (Dutch)
Clethra (Dutch)
Clethrafamilie (Dutch)
Commelinafamilie (Dutch)
Composietenfamilie (Dutch)
Corsikaanse den (Dutch)
Cosmos (Dutch)
cotoneaster, Rimpelige (Dutch)
cotoneaster, Wilgbladige (Dutch)
cotoneaster, Witte boog- (Dutch)
Cranberry (Dutch)
crassula, Water- (Dutch)
cypergras, Bleek (Dutch)
cypergras, Bruin (Dutch)
cypergras, Geel (Dutch)
cypergras, Rood (Dutch)
Cypergrasfamilie (Dutch)
cyperus, Knol- (Dutch)