Laksteeltje (Dutch)
lampionplant, Echte (Dutch)
Lamsoor (Dutch)
lamsoor, IJle (Dutch)
Lancetbladige basterdwederik (Dutch)
Langarige zeekraal (Dutch)
langbaardgras, Dicht (Dutch)
langbaardgras, Duin- (Dutch)
langbaardgras, Gewimperd (Dutch)
langbaardgras, Gewoon (Dutch)
langbaardgras, Zand (Dutch)
Langbladige druifhyacint (Dutch)
langbloem, Beemd- (Dutch)
Lange ereprijs (Dutch)
Lange zonnedauw (Dutch)
Langstekelige distel (Dutch)
Langstelige olijfwilg (Dutch)
Langstengelig fonteinkruid (Dutch)
Lansvaren (Dutch)
larix, Europese (Dutch)
Late guldenroede (Dutch)
Late stekelnoot (Dutch)
lathyrus, Bos- (Dutch)
lathyrus, Brede (Dutch)
lathyrus, Gras- (Dutch)
lathyrus, Knol- (Dutch)
lathyrus, Moeras- (Dutch)
lathyrus, Naakte (Dutch)
lathyrus, Ruige (Dutch)
lathyrus, Veld- (Dutch)
lathyrus, Zee- (Dutch)
lathyrus, Zwarte (Dutch)
Lathyruswikke (Dutch)
Laurierkers (Dutch)
Laurierwilg (Dutch)
Lavas (Dutch)
Lavendelhei (Dutch)
leeuwenbek, Akker- (Dutch)
leeuwenbek, Blauwe (Dutch)
leeuwenbek, Eironde (Dutch)
leeuwenbek, Gestreepte (Dutch)
leeuwenbek, Grote (Dutch)
leeuwenbek, Kleine (Dutch)
leeuwenbek, Liggende (Dutch)
leeuwenbek, Muur- (Dutch)
leeuwenbek, Spies- (Dutch)
leeuwenbek, Walstro- (Dutch)
leeuwenklauw, Grote (Dutch)
leeuwenklauw, Kleine (Dutch)
leeuwentand, Kleine (Dutch)
leeuwentand, Ruige (Dutch)
leeuwentand, Vertakte (Dutch)
lelie, Grote gras- (Dutch)
lelie, Rogge (Dutch)
lelie, Rus- (Dutch)
lelie, Turkse (Dutch)
Leliefamilie (Dutch)
Lelietje-van-dalen (Dutch)
Lenteklokje (Dutch)
lepelblad, Deens (Dutch)
lepelblad, Echt (Dutch)
lepelblad, Engels (Dutch)
levensboom, Reuzen- (Dutch)
levensboom, Westerse (Dutch)
Lidrus (Dutch)
Lidsteng (Dutch)
liefdegras, Klein (Dutch)
liefdegras, Straat- (Dutch)
Liesgras (Dutch)
Lievevrouwebedstro (Dutch)
Liggend bergvlas (Dutch)
Liggend hertshooi (Dutch)
Liggend walstro (Dutch)
Liggende asperge (Dutch)
Liggende ereprijs (Dutch)
Liggende ganzenvoet (Dutch)
Liggende ganzerik (Dutch)
Liggende klaver (Dutch)
Liggende leeuwenbek (Dutch)
Liggende majer (Dutch)
Liggende raket (Dutch)
Liggende vetmuur (Dutch)
Liggende vleugeltjesbloem (Dutch)
liguster, Haag- (Dutch)
liguster, Wilde (Dutch)
lijsterbes, Wilde (Dutch)
lijsterbes, Zweedse (Dutch)
linde, Hollandse (Dutch)
linde, Winter- (Dutch)
linde, Zomer- (Dutch)
Linnaeusklokje (Dutch)
Lintvaren (Dutch)
Lintvarenfamilie (Dutch)
Linze (Dutch)
Lipbloemfamilie (Dutch)
lis, Gele (Dutch)
lis, Stinkende (Dutch)
lisdodde, Grote (Dutch)
lisdodde, Kleine (Dutch)
lisdodde, Kleinste (Dutch)
Lisdoddefamilie (Dutch)
Lissenfamilie (Dutch)
lobelia, Blaas- (Dutch)
lobelia, Water- (Dutch)
longkruid, Gevlekt (Dutch)
longkruid, Ongevlekt (Dutch)
longkruid, Smal (Dutch)
loogkruid, Stekend (Dutch)
loogkruid, Zacht (Dutch)
look, Armbloemig (Dutch)
look, Berg- (Dutch)
look, Bies- (Dutch)
look, Bochtig (Dutch)
look, Das- (Dutch)
look, Driekantig (Dutch)
look, Kraai- (Dutch)
look, Moes- (Dutch)
look, Slangen- (Dutch)
Look-zonder-look (Dutch)
Lookfamilie (Dutch)
Loos blaasjeskruid (Dutch)
lork, Japanse (Dutch)
lupine, Blauwe (Dutch)
lupine, Gele (Dutch)
lupine, Vaste (Dutch)
Luzerne (Dutch)
luzerne, Bonte (Dutch)