Tabak (Dutch)
tamarisk, Franse (Dutch)
Tamariskfamilie (Dutch)
Tamme kastanje (Dutch)
Tandjesgras (Dutch)
tandzaad, Knikkend (Dutch)
tandzaad, Rivier- (Dutch)
tandzaad, Smal (Dutch)
tandzaad, Veerdelig (Dutch)
tandzaad, Zwart (Dutch)
Tapijtbloem (Dutch)
Tartaarse kamperfoelie (Dutch)
Tarwe (Dutch)
tarwegras, Bies- (Dutch)
tarwegras, Honds- (Dutch)
tasjeskruid, Klein (Dutch)
Taxus (Dutch)
Taxusfamilie (Dutch)
Teer guichelheil (Dutch)
Teer vederkruid (Dutch)
Tef (Dutch)
Tenger fonteinkruid (Dutch)
Tenger fonteinkruid, Tenger (Dutch)
Tengere distel (Dutch)
Tengere rus (Dutch)
Tengere veldmuur (Dutch)
Tengere vetmuur (Dutch)
Tengere zandmuur (Dutch)
Tere stekelvaren (Dutch)
teunisbloem, Duin- (Dutch)
teunisbloem, Grote (Dutch)
teunisbloem, Middelste (Dutch)
teunisbloem, Water- (Dutch)
teunisbloem, Zand- (Dutch)
Teunisbloemfamilie (Dutch)
Texaanse ganzenvoet (Dutch)
Theeboompje (Dutch)
tijm, Bergsteen- (Dutch)
tijm, Echte (Dutch)
tijm, Grote (Dutch)
tijm, Grote steen- (Dutch)
tijm, Kleine bergsteen- (Dutch)
tijm, Kleine steen- (Dutch)
tijm, Kruip- (Dutch)
tijm, Wilde (Dutch)
Tijmereprijs (Dutch)
Timoteegras (Dutch)
timoteegras, Klein (Dutch)
Tomaat (Dutch)
Tongvaren (Dutch)
toorts, Melige (Dutch)
toorts, Vlokkige (Dutch)
toorts, Zwarte (Dutch)
Torenkruid (Dutch)
torkruid, Bevernel- (Dutch)
torkruid, Pijp- (Dutch)
torkruid, Varkenskervel- (Dutch)
torkruid, Water- (Dutch)
torkruid, Weidekervel- (Dutch)
torkruid, Zilt (Dutch)
Tormentil (Dutch)
Trekrus (Dutch)
Trilgraszegge (Dutch)
Tripmadam (Dutch)
Trompetboom (Dutch)
Trompetboomfamilie (Dutch)
Trosbosbes (Dutch)
Trosdravik (Dutch)
Trosgamander (Dutch)
Trosgierst (Dutch)
Trosglidkruid (Dutch)
Trosraaigras (Dutch)
Trosvlier (Dutch)
Tuinasperge (Dutch)
Tuinbingelkruid (Dutch)
Tuinboon (Dutch)
Tuingoudsbloem (Dutch)
Tuinjudaspenning (Dutch)
Tuinkamperfoelie (Dutch)
Tuinkers (Dutch)
Tuinmelde (Dutch)
Tuinmonnikskap (Dutch)
Tuinpeterselie (Dutch)
Tuinrabarber (Dutch)
Tuinsalomonszegel (Dutch)
Tuinwolfsmelk (Dutch)
tulp, Bos- (Dutch)
Turkse lelie (Dutch)
Tweehuizige amarant (Dutch)
Tweehuizige zegge (Dutch)
Tweekleurig springzaad (Dutch)
Tweerijige zegge (Dutch)
Tweestijlige meidoorn (Dutch)