Festuca arenaria Osbeck

Duinzwenkgras
SL. 0517

Festuca arenaria Osbeck
Familie Poaceae.

Diagnostische kenmerken
Blad van niet-bloeiende spruiten ingerold, 0,7-1,5 mm breed; ribben dicht behaard, de haren meestal langer dan 0,5 mm; sklerenchym bijna of geheel mantelvormig aaneensluitend. Lemma 7-10 mm lang, met een 1-4 mm lange naald, bleekgroen, dicht en vrij kort behaard. Bladschede behaard, aan de voet meestal diep purper gekleurd. Plant zeer losse zoden vormend.

Hoogte bloeiende plant
0,20-0,60 m.
Bloeitijd
Juni-juli.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op droge, stuivende zandgrond in de duinen, vooral aan de lijzijde van de zeereep.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Maritiem district en de Duindistricten, en plaatselijk langs het IJsselmeer;elders adventief met duinzand.
KFK 566.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1829
Pagina 2007

%LABEL% (%SOURCE%)