Zuid-Afrikaanse gierst
SL. 5338
Panicum schinzii Hack.
Familie Poaceae.
Diagnostische kenmerken
Aarte 2,3-2,8 mm lang, aan de top stomp tot weinig spits. Onderste bloem mannelijk. Palea van de onderste bloem tijdens de bloei halfopenstaand ('gapend' aartje).
Middelste en bovenste bladscheden kaal, de onderste spaarzaam behaard. Bloeiwijze wijd vertakt.
Hoogte bloeiende plant
0,50-1,00 m.
Bloeitijd
Juli-oktober.
Levensvorm
Therofyt.
Standplaats
Op open, vochtige tot droge, voedselrijke grond in maïsakkers en langs bermen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeldzaam maar plaatselijk algemeen in het oosten van het Fluviatiel district, het Gelders district en het Subcentreuroop district. Oorspronkelijk uit Noord-Amerika.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1910