Geelrode naaldaar
SL. 1195
Setaria pumila (Poir.) Schult.
Familie Poaceae.
Diagnostische kenmerken
Bladschede ook bovenaan langs de rand kaal. Bovenste kelkkafje ongeveer even groot als het onderste. Lemma van de vruchtbare bloem dwars gerimpeld, gedeeltelijk bedekt door het bovenste kelkkafje. Palea van de onvruchtbare bloem ongeveer even lang als het lemma. Borstels onder het aartje eerst geel, later rood-oranje.
Hoogte bloeiende plant
0,05-0,75 m.
Bloeitijd
Juli-herfst.
Levensvorm
Therofyt.
Standplaats
Op open, droge, zandige of stenige grond, in akkers, tussen plaveisel, in plantsoenen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam; zeer zeldzaam in het Drents district, het Noordelijk kleidistrict en het Waddendistrict en in IJsselmeerpolders.
KFK 666.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1913: Setaria - Naaldaar
Pagina 2035