Drienerfmuur
SL. 0830
Moehringia trinervia (L.) Clairv.
Familie Caryophyllaceae.
Diagnostische kenmerken
Stengel liggend of opstijgend, rondom behaard. Bladen eirond, spits, 3(-5)-nervig, de onderste gesteeld. Kelkbladen lancetvormig, spits. Kroonbladen korter dan de kelk, wit.
Hoogte bloeiende plant
0,15-0,30 m.
Bloeitijd
Mei-herfst.
Levensvorm
Therofyt.
Standplaats
Op droge, matig voedselarme grond in loofbossen en onder struikgewas.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Zuidlimburgs district, de Pleistocene districten, het Fluviatiel district en het Renodunaal district, elders zeldzaam.
KFK 888.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 35