Zandwolfsmelk
SL. 0500
Rode Lijst: Ernstig bedreigd.
Euphorbia seguieriana Neck.
Familie Euphorbiaceae.
Diagnostische kenmerken
Bladen stijf, vaak iets leerachtig, dof, licht grijsblauw getint, met een aan de bovenzijde uitspringende middennerf; aan de voet van de middennerf ontspringen onder een zeer scherpe hoek 2 zijnerven, die halverwege het blad nabij de bladrand eindigen; overige zijnerven kort en tot de bovenste bladhelft beperkt. Bladtop stekelpuntig, stekend. Schutbladen citroengeel, later grijsachtig wordend. Randklieren zonder hoorntjes. Vrucht glad of met fijne puntjes; zaden glad.
Hoogte bloeiende plant
0,15-0,50 m.
Bloeitijd
Juni-juli, soms later.
Levensvorm
Hemikryptofyt, Chamaefyt.
Standplaats
Op open plaatsen op droge, kalkhoudende, grazige zandgrond op rivierduintjes, langs wegen en op rivier- en spoordijken.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer zeldzaam in het Fluviatiel district en het aangrenzend Subcentreuroop district.
KFK 543.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1467